Vervolg De Nederlands Hervormde kerk te Hoevelaken
Concept beschrijving voor de gemeentelijke monumentenlijst, d.d. 12-1999
(.... blz. 24, 72, 74, 76, 78, 80, 104)
Bronnen:
- Voorloopige Lijst der Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst, deel IV: De
Provincie Gelderland, opgemaakt en uitgegeven door de Rijkscommissie tot het opmaken en
uitgeven van een Inventaris en eene Beschrijving van de Nederlandsche Monumenten van
Geschiedenis en Kunst Utrecht (Oosthoek), 1917. [262 blz. ISBN -1. Hierin blz. 113.
- Hul, Dick van den, Klokkenkunst te Utrecht tot 1700. Met bijzondere aandacht voor het aandeel
hierin van Jhr Jacob van Eyck. Deel in de serie 'Stichtse Historische Reeks', nr 8.
Zutphen (Walburg Pers - Vereniging voor Nederlandse Muziekgeschiedenis - Stichtse
Historische Reeks), 1982. [351 blz. ISBN 90.6011.178.8]. Hierin blz 166.
- Mondelinge mededeling A. Beitner, Architectenbureau Van Beek te Nijkerk, betreffende het
inventarisatieformulier van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg betreffende de klokken.
- Foto van de kerk uit het noord-westen; hierop is de oorlogsschade aan de kerk te zien.
Deze foto bevindt zich in de vitrine van de historische vereniging in het gemeentehuis
van Hoevelaken. De spits van de toren is verdwenen, de lijst aan de bovenzijde van het
metselwerk loopt direct boven de omlijsting van de gekoppelde galmgaten. Het dak mist
veel pannen. Het ingangsportaaltje tegen het schip draagt Lossanges.
Opmerking:
Jan Tolhuis, vermoedelijk afkomstig uit Xanten, was geboren in 1507 of 1508. Mogelijk
werkte hij eerst samen met Hendrik van der Borch, ook "van Wou" genoemd, waarvan hij
rond 1535 de weduwe huwde en de zaak overnam. In 1540 werd kwam hij in dienst van de
Stad Utrecht als klokken- en geschutgieter. Zijn bedrijf, het "klokhuis", lag buiten de
Wittevrouwenpoort, hij moest het achter zijn woonhuis nabij die poort herbouwen: de
Kloksteeg geeft de plaats hiervan aan.
De datering die Van den Hul geeft, 1527, staat ook in de redengevende omschrijving van
het Monumentenregister (rijksmonumentenlijst). Op grond van de publicatie van Van den
Hul heeft is ook recent op het klokken-inventarisatieformulier van de Rijksdienst voor
de Monumentenzorg Hoevelaken als jaartal 1527 opgegeven; het opschrift is hiervoor niet
ter plekke geverifieerd.
Op de klok staat echter 1537 (eigen waarneming; de diameter is hierbij niet nagemeten),
het genoemde klokken-inventarisatieformulier zal voor wat betreft het jaartal bijgesteld
worden.
Dick van den Hul baseert zijn hypothese over de samenwerking tussen Jan Tolhuis en
Hendrik van der Borch op het gebruik voor Hoevelaken door Jan Tolhuis van het Rhenense
fries uit 1515 van Hendrik van der Borch. Hierbij is Van den Huls' datering van de
Hoevelakense klok op 1527 van belang: toen leefde Van der Borch nog. In 1537 had Jan
Tolhuis echter al diens hele werkplaats overgenomen en beschikte hij dus zelf over dat
fries. De hypothese verliest nu zijn fundament.
De datering 1537 herroept ook het verwijt van Van den Hul aan Fehrmann dat deze de klok
van Hoevelaken over het hoofd gezien had.
De "Voorloopige Lijst" geeft in 1917 in de toren de twee klokken. Die van Jan Tolhuis
wordt gedateerd op 1517. De klok uit 1628 van Wouterus Both en Eppe ab Arck is ten
tijde van deze beschrijving, 1917, nog de originele, dus nog niet hergoten.